Antal, Thijs en Marisja ontmoetten elkaar in 1997 op de kunstacademie in Kampen. Binnen no time woonden ze samen, richtten een maquettebureau op en legden de basis voor wat ATMosphere zou worden. Nu zetten ze samen grote projecten op touw, tussen beeldende kunst en architectuur.
Hoe is ATMosphere ontstaan?
“We hadden een atelier op de Stovestraat, waar we maquettes maakten voor stedenbouw, architecten, projectontwikkelaars en gemeenten. Dat hebben we ruim tien jaar zo gedaan. Met de inkomsten daarvan konden we onze eigen projecten financieren en waren we niet afhankelijk van subsidie en verkoop van vrij werk. Na een paar jaar zijn we verhuisd naar een groter atelier op de Kleine Koppel en daar zitten we nu nog steeds.”

Op welke Amersfoortse projecten kijken jullie met trots terug?
“We kijken met bijzondere trots terug op een breed scala aan projecten in Amersfoort, waaraan we vanaf het begin actief hebben deelgenomen. In de vroege jaren waren we zichtbaar in de stad via diverse kunstmanifestaties. We deden maandelijks en de Kunstkijkroute, totdat ons werk te groot werd voor de etalage van ons atelier.
Met Urban Weiland zette Thijs in 2006 een poepende houten stier in de stad en een poepend stadshondje in het weiland neer. In 2011 volgde een stalen stier, die niet alleen sterk heeft bijgedragen aan de identiteit van de rotonde, maar van de stad.
Andere grote projecten zijn: De Kegelspits in park St. Elizabeth Groen, Metamorfose in Nimmerdor, Duif op de Koppel en de Rups bij Dara.”
Jullie combineren kunst en techniek. Waar komt die inspiratie vandaan?
“Onze inspiratie komt uit het proces zelf. We draaien onze projecten altijd van A tot Z en maken nooit twee keer hetzelfde. Iedere keer brengen we verschillende disciplines samen en zoeken we naar nieuwe dwarsverbanden. Dat vraagt onderzoek, en het uiteindelijke werk is eigenlijk de conclusie van die zoektocht. Het voelt als een reis waarin kunst en uitvinderschap hand in hand gaan.
Het uitgangspunt is altijd het materiaal: we willen het doorgronden en er als het ware één mee worden. Daarnaast komt veel van onze inspiratie komt uit de natuur. Wij geloven dat de meeste uitvindingen en technieken hun oorsprong in de natuur vinden. De natuur doet het eerst, de mens doet het daarna na. Daarmee komen ook natuurkunde, scheikunde, elektrotechniek en biologie om de hoek kijken.”

De Kegelspits in park St. Elizabeth Groen
Wat is in 25 jaar het meest uitdagende project geweest en waarom?
“Bij het maken van locatie-specifiek werk loop je altijd tegen uiteenlopende uitdagingen aan. Onlangs hebben we The Wall afgerond, een landschapswerk van 80 meter op De Groene Heuvels in Ewijk. Met dit project zijn we echt een nieuwe weg ingeslagen: we werkten drie maanden op locatie en bouwden daar een hechte community op met meer dan zeventig vrijwilligers die mee kwamen metselen.”
Hoe zien jullie de relatie tussen kunst, openbare ruimte en de beleving van Amersfoortse bewoners?
“Het is voor ons een bewuste keuze om onze werkplaats midden in de stad te hebben. Dat brengt de nodige uitdagingen met zich mee, maar het stelt ons in staat om mensen direct te laten zien dat dingen gemaakt worden, en om hen daar actief bij te betrekken. We proberen open te staan voor die connectie. Rondom onze werkplaats in De Nieuwe Stad plaatsen we daarom ook graag beelden. Ook al is het een tijdelijke plek, toch ontstaat er al snel een herkenningspunt in de omgeving.
Een goed voorbeeld is de Stier. Dat werk liet zien welke impact een beeld kan hebben op zijn omgeving. Een los object of beeldhouwwerk heeft vaak alleen maar een buitenkant. Maar zodra een beeld betreden kan worden, of zodra er een restruimte in of omheen ontstaat, wordt de beleving veel intenser: er ontstaat een plek.”
Wat zijn de grootste veranderingen die jullie in het kunstenaarschap hebben meegemaakt in de afgelopen 25 jaar?
“De grootste verandering in ons kunstenaarschap van de afgelopen 25 jaar is de verschuiving in schaal. We zijn begonnen met kleine beelden en maquettes, waarmee we de ruimte van de stad leerden ontdekken en konden meedenken over identiteit. Dat gaf ons het vertrouwen en de vaardigheden om uiteindelijk ook grote werken te realiseren.
Waar het vroeger meer om het object zelf ging, draait het nu steeds vaker om de plek. Soms is het nadenken en meedenken over een locatie al een wezenlijk onderdeel van het werk, zoals bij gebiedsontwikkeling. Het uitgangspunt is steeds vaker: kan dit idee ook inhoudelijk bijdragen aan de maatschappij?”
Waar dromen jullie nog van voor de toekomst van ATMosphere?
“Bij ATMosphere koesteren we grote dromen. Eén daarvan is het ontwerpen en bouwen van een eigen vliegtuig, om de wereld ook van bovenaf te kunnen ervaren. En we geloven in groot denken: ooit het grootste beeld ter wereld maken — misschien wel op zee, op een eigen eiland, of door een booreiland om te toveren tot een monumentaal kunstwerk.
Hoe de toekomst zich ook ontvouwt: we zullen impact blijven maken.”
 
         
     
     
     
     
     
     
     
     
     
     
    